Wie aan Afrika denkt, denkt aan safari. Maar wie de naam Rwanda de revue laat passeren, legt die link niet direct. Maar vergis je niet: op drieënhalf uur rijden van de hoofdstad Kigali ligt Akagera National Park. Een plek die ooit een wild moerasgebied was en nu geldt als een van de grootste beschermde wetlands van Centraal-Afrika.
Bovendien is het het laatste toevluchtsoord in Rwanda voor savannedieren. Geen wonder dat het safaritoerisme hier bloeit. In 2024 kwam 97 procent van de inkomsten uit bezoekers, waarvan bijna de helft Rwandees is. Dat geld vloeit direct terug naar de gemeenschap: banen, scholen, gezondheidszorg en coöperaties.
– tekst gaat door onder de foto –
Op zoek naar de Big Five (en véél meer) in Akagera National Park
Het park is met zijn 120 kilometer lengte overzichtelijk, maar de variatie in landschap en dieren maakt het groots. Want wie wil er nou niet oog in oog staan met leeuwen, olifanten, giraffen en zebra’s? In Akagera is de kans (zéér) groot. Het park barst van de antilopesoorten, primaten zoals bavianen en vervetapen, en een ongelooflijke diversiteit aan vogels. En dan hebben we het nog niet eens over Lake Ihema gehad, waar je tijdens een boottocht nijlpaarden en krokodillen spot. Oftewel: het is een ware allround-safaribestemming.
Stroperij aan banden
Lang was stroperij de grootste bedreiging voor Akagera. Sinds African Parks in 2010 samen met de Rwanda Development Board het beheer overnam, is dat beeld radicaal veranderd. Motors, speren, netten en machetes liggen nu niet meer in de bush, maar opgeslagen bij het hoofdkantoor: trofeeën van een andere strijd. Met helikopterpatrouilles, 80 rangers die dagelijks getraind worden door het leger en camera’s op strategische plekken, is er sindsdien geen enkel iconisch dier meer verloren gegaan door stroperij.
Het resultaat mag er zijn:
- Van 6 neushoorns in 1980 naar 111 witte en 32 zwarte exemplaren nu, inclusief 70 zuidelijke witte neushoorns die in 2025 arriveerden via de Rhino Rewild Initiative.
- Van 6 giraffen in 1986 naar 115 vandaag.
- Leeuwen verdwenen in 2001, maar na hun herintroductie in 2015 telt het park er inmiddels meer dan 60.
Daarnaast wordt het park steeds belangrijker voor biodiversiteit. Bijna 500 vogelsoorten zijn inmiddels gedocumenteerd, samen met 179 vlinders en talloze reptielen en amfibieën. Akagera is uitgegroeid tot een hotspot voor ornithologen en onderzoekers die nieuwe soorten aan het licht brengen.
Samenwerken met de gemeenschap rondom Akagera National Park
Akagera is niet alleen een toevluchtsoord voor dieren, maar ook een motor voor de lokale economie. Het park trok in 2010 nog zo’n 15.000 bezoeker per jaar. Dat aantal is veranderd in 65.000 liefhebbers die elk jaar komen genieten van de natuur. Jaarlijks nemen meer dan 18.000 mensen deel aan bijeenkomsten over natuurbehoud en mens-dierconflicten, terwijl ruim 2.000 scholieren les krijgen over biodiversiteit. Lokale projecten profiteren mee: tien procent van de parkinkomsten gaat naar het revenue-sharing scheme van Rwanda, waarmee scholen, gezondheidszorg en coöperaties worden ondersteund.
Slapen in de wildernis
Niets zo bijzonder als wakker worden in een nationaal park. Wie luxe wil, strijkt neer in Akagera Game Lodge. Daar kies je uit single- en doublekamers, twins, familiesuites of een luxe cottage. Allemaal met veranda en uitzicht op Lake Ihema, het soort plaatje dat normaal alleen in reisbrochures voorkomt. Binnen vind je Afrikaanse houtaccenten, buiten een zwembad met bar. En ergens in de verte, een paar kilometer verder, sluipt een leeuw door het gras. Proost op dat gevoel.
