Misschien heb je nog niet eerder kennis gemaakt met boulderen, misschien ben je al een doorgewinterde boulderaar in de binnenhal en wil je de uitdaging aan gaan om buiten te gaan boulderen. Hoe dan ook ben je hier aan het goede adres om informatie op te doen over buiten boulderen, want er zijn wel een aantal zaken waar je op moet letten als je gaat boulderen in de buitenlucht. Je moet bijvoorbeeld weten hoe je het beste kunt afklimmen, je hebt een spotter nodig Γ©n die mat die je normaalgesproken onder je hebt liggen, ligt natuurlijk niet standaard buiten. Een vriend of vriendin meenemen is dus een slimme keuze. Dat maakt het gezellig en zo kunnen jullie voor elkaar de crashpads verschuiven en elkaar spotten. Vandaag gaan wij jullie hier nog veel meer over vertellen.
Buiten boulderen
Wist je dat βboulderβ rotsblok betekent? Klinkt eigenlijk wel logisch toch? Boulderen is een sport die oorspronkelijk werd beoefend als training voor de klimsport. Het werd ingezet als extra training bij het lange routeklimmen. Later is het uitgegroeid tot een op zichzelf staande sport. Bij boulderen klim je op een wand van maximaal 4,5 meter hoog, waarop meerdere routes zijn uitgezet die variΓ«ren in moeilijkheidsgraad. Je hebt de opdracht met succes volbracht als je de laatste greep van een route hebt gehaald. Tegenwoordig boulderen mensen ook buiten, met als grote verschil dat je daar geen gekleurde, uitstekende stukjes hebt, waar je je aan kan vasthouden. Je klimt omhoog via Γ©chte rotsen. Boulderen buiten is niet gevaarlijk, maar je moet je wel goed voorbereiden en voorzichtig zijn.
Plaats en uitrusting
Er zijn best veel plekken in Nederland waar je boulderen buiten kunt uitoefenen. Dat doe je in de natuur of een bouldertuin. Dat laatste is een openlucht terrein met een aantal klimwanden waar meerdere routes op zijn uitgezet. Medewerkers kunnen je begeleiden en het is verstandig om daar gebruik van te maken als je de eerste keer het buiten boulderen gaat beoefenen. Er is ook speciale kleding vereist. Klimschoenen zijn onmisbaar, het is handig als je kleding ruim zit en je mag geen lange nagels hebben. Waar je ook aan moet denken, is een stoffen zakje waar magnesium in kan. Magnesium helpt tegen zweethanden en zorgt voor meer grip op de handgrepen.
Routes bij boulderen
Als je aankomt bij een boulderwand in een hal, zal je zien dat daar meerdere routes op zijn uitgezet. Zo’n route bestaat uit handvatten die op de wand zijn gemonteerd. De verschillende routes zijn uit elkaar te houden doordat de handvatten van een route een eigen kleur hebben. Er zit best veel verschil in de moeilijkheidsgraad. Neem als beginner eerst een gemakkelijke route om je de sport een beetje eigen te maken. Ga je buiten boulderen, dan heb je geen gekleurde grips die de route aangeven, maar zoek je zelf je weg naar boven. Begin dan niet meteen met klimmen, maar probeer een route voor jezelf te ‘lezen’. Daarbij kijk je eerst vanaf een afstandje hoe jouw route eruitziet en wat de handigste manier is om naar boven te klimmen.
Vallen en springen
Tijdens het boulderen zal je gegarandeerd een keer vallen, en waarschijnlijk wel vaker. Sowieso is het (met name binnen) gebruikelijk om van boven naar beneden te springen zodra je de top hebt bereikt. Op zich kun je je daar binnen niet zo snel blesseren, want er liggen matten onder de wand waar je op terecht komt. Ga je boulderen buiten, dan is dat een ander verhaal. Daar zijn natuurlijk geen dikke matten te vinden. Daarom is het niet slim om in je eentje te gaan boulderen buiten. Zorg er altijd voor dat er iemand aanwezig is die hulp kan roepen als je een keer heel ongelukkig terechtkomt. Je kunt in het ergste geval een meter of vier vallen en het is niet helemaal uit te sluiten dat je daarbij geblesseerd raakt. Bovendien kan je boulder buddy je spotten en de crashpad mee dragen. Daarover later meer.
Voor wie is boulderen buiten?
Iedereen die het leuk vindt om een sportieve uitdaging aan te gaan zou eens een keer moeten gaan boulderen buiten. Zelfs voor wie last heeft van hoogtevrees is het een goede sport, want je komt niet op een hoogte die als eng wordt ervaren. Voor boulderen moet je een goede conditie hebben en ook de spieren in je lichaam kennen. Met name de benen en armen krijgen het zwaar te verduren als je de techniek van het klimmen nog niet zo goed beheerst. Na een halve dag aan de wand te hebben gehangen ben je totaal uitgeput, maar als je een aantal routes hebt volbracht geeft dat wel een ultiem voldaan gevoel.
Tips voor beter boulderen buiten
Hier volgen een aantal tips om veilig te kunnen boulderen buiten. Houd altijd in het achterhoofd dat er er risicoβs zijn, dus neem deze tips ter harte om ongelukken zoveel mogelijk te voorkomen.
#1 Check de locatie en begin makkelijk
Gun jezelf wat tijd om aan de rotsen te wennen. Het is slim om eerst de wat makkelijkere boulders te kiezen om zo te wennen aan het buiten boulderen. Zo leer je ook gelijk de verschillende rotsstructuren kennen en word je hier bekender mee. Kies om te starten de lagere blokken uit en zorg dat je eerst comfortabel bent in de makkelijkere routes voordat je de moeilijkere routes probeert. Daarnaast is het essentieel om de routes goed te verkennen voordat je begint met klimmen. Let er in de natuur vooral op of er gevaarlijke plekken zijn waar je terecht kunt komen als je valt. Neem desnoods voorzorgsmaatregelen. Een goede bron van informatie is het internet. Daar zijn de verhalen van ervaren klimmers uit het gebied te vinden.
#2 Warm goed op voordat je begint
De belasting op je lichaam bij boulderen is hoger dan bij sportklimmen. Het is niet de bedoeling om met blessures thuis te komen na het boulderen buiten. Goed opwarmen is daarom erg belangrijk. Hoe kan je je lichaam nu het beste opwarmen? Neem bijvoorbeeld een springtouw mee en ga een paar minuten touwtjespringen. Je kan ook je spieren opwarmen met resistance banden door het doen van verschillende oefeningen. Heb je dit niet bij je? Dan kan je er natuurlijk ook altijd voor kiezen om gewoon op een stevig tempo naar het bouldergebied te wandelen. Luister altijd goed naar je lichaam, als je pijntjes voelt, is het goed om even te stoppen en uit te rusten. Als je daarna nog steeds last hebt is het verstandig om het voor die dag voor gezien te houden en je lichaam de kans te geven volledig te herstellen, voordat het een blessure wordt.
#3 Weet waar je crashpad ligt
Buiten liggen dan wel geen dikke matten, dat wil niet zeggen dat je ze niet mee kunt nemen. Speciaal voor het boulderen buiten zijn crashpads ontwikkeld. Dat zijn draagbare kussens die je zelf weg kunt leggen op je boulder spot, zodat je toch enige veiligheid toevoegt bij het vallen. Zorg ervoor dat je crashpad (dikke mat) op de juiste plek onder je ligt, zodat je veilig terecht komt, mocht je je een stukje naar beneden laten vallen. Het is daarnaast verstandig om altijd te controleren of er randen of spleten zijn waar je op of in kunt vallen wanneer je gaat boulderen. Houd verder ook altijd rekening met stenen en boomwortels. Better safe, than sorry.
#4 Zorg voor een schone grip
Klimmen met vieze schoenen is niet verstandig. Vuile klimschoenen zorgen ervoor dat je minder grip hebt. Dat is het geval bij boulderen buiten in de natuur en in een bouldertuin. Om te zorgen dat de rots niet vies wordt van je schoenen en daardoor onbeklimbaar wordt, is het slim je schoenen schoon te maken voordat je begint met boulderen. Zorg dus dat je altijd iets van een doekje bij je hebt, waarmee je je schoenen kunt schoonmaken. Voor een betere grip met de handen kun je magnesium gebruiken. Doe dat in de natuur met mate en maak de klimwand of rots na afloop schoon. Andere klimmers willen graag hun eigen route bepalen en zitten niet te wachten op de witte markeringen die jij hebt achtergelaten.
#5 Spring op tijd van de rots af
Je moet je bedenken dat het niet in één keer gelijk hoeft te lukken. Zeker wanneer het een moeilijke boulder is, is het slim om op tijd van de rots te springen. Doe dat vooral voordat je moe wordt. Zo kom je niet hoog boven de grond in moeilijke of onmogelijke posities te hangen. Bovendien is het beter om een route een paar keer opnieuw te starten en tussendoor uit te rusten. Je zal zien dat het eerste deel dan steeds sneller wordt afgelegd, zodat je meer energie over hebt om het laatste deel te volbrengen. Een gecontroleerde val verkleint tevens het risico op blessures. Dus wees gerust, uiteindelijk gaat het buiten boulderen jou steeds beter af en word je bekend met de verschillende rotsen en bijbehorende boulder technieken.
#6 Dynamisch vallen bij buiten boulderen
Wanneer je buiten gaat boulderen is het natuurlijk van belang dat je zelf al goed kunt vallen. Maar hoe val je nu goed? Probeer bij het afspringen goed in te veren of door te rollen. Op die manier vang je de val dynamisch op. Dit kun je oefenen in de boulderhal, maar het kan ook buiten.
#7 Spot als het zinvol is
Beginnende klimmers kunnen zich laten begeleiden door ervaren klimmers. Zij geven praktische tips en begeleiden je op de route. Vooral bij het maken van lastige passages. Dat wordt spotten genoemd. Spotters zullen je ook waarschuwen voor gevaren en ze zorgen ervoor dat de crashpads altijd goed aaneengesloten klaarliggen. Als je valt zal een spotter je niet opvangen. Vallen doe je dus zelf. Alleen als de klimmer zelf al zelfstandig goed kan vallen, heeft spotten zin. Wie niet getraind is om op een goede manier te vallen, dus op zoβn manier dat je niet geblesseerd raakt, moet extra goed opletten waar hij terecht komt. Er bestaan trainingen in dynamisch vallen, waarbij je in de sporthal zo leert te vallen dat je jezelf niet blesseert.
Extra adviezen voor tijdens het klimmen
De bovenstaande tips maken duidelijk dat boulderen buiten vraagt om een goede voorbereiding en een mentale staat waarin je niet meteen probeert om de maximale prestatie te leveren. Er zijn ook tips voor tijdens het klimmen. Ter voorbereiding op de eerste keer boulderen buiten zullen de begeleiders je waarschijnlijk soortgelijk advies meegeven. De essentie hiervan is je armen zoveel mogelijk te ontlasten. Boulderen is immers een sport die heel zwaar is voor de armspieren, terwijl je benen juist heel veel kunnen opvangen.
Energie besparen voor je armen
Tijdens het klimmen hang je aan je armen. Doe dat bij voorkeur met gestrekte armen. Het gewicht hangt dan aan de pezen, wat minder vermoeiend is dan wanneer je het gewicht met gebogen armen moet tillen. Bij het klimmen kun je je benen gebruiken, vooral onderaan de route. Ook daarmee bespaar je op kracht in de armen. Tenslotte is het minder zwaar om zo dicht mogelijk tegen de wand aan te hangen. Dat doe je door je heup in te draaien. Tenslotte word je ook minder moe als je niet te lange pauzes neemt.
Doel gehaald? Rust goed uit
In de opwinding van het bereiken van de laatste handgreep willen beginnende klimmers meteen naar beneden springen. Het is echter beter om eerst een eindje af te dalen en pas dan te springen. Dat is beter voor je benen. Het wordt ook aangeraden om niet direct aan een volgende route te beginnen, maar eerst uit te rusten. Vooral voor beginners is boulderen buiten een zware sport, die veel meer van je krachten vraagt dan je realiseert. Luister dus goed naar je lichaam.